Het poep-praatje van Paulus

0 Comments

Vandaag een ietwat precaire blog met een vleugje anatomie.

Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen,…” (Filippenzen 3:8)

Het gaat mij om het woordje ‘vuilnis’ in deze tekst. De grondtaal laat zien dat Paulus hier een ander woord gebruikt. De meeste vertalers wisten daar niet zo goed raad mee. In de meeste vertalingen kom je dan ook woorden tegen als: vuilnis, vuiligheid, slijk of afval. Maar Paulus heeft het hier toch echt over uitwerpselen, poep, shit. Ik kan er niets anders van maken. Dat roept bij mij de vraag op waarom Paulus hier een poep-praatje zou willen houden?

Paulus was opgegroeid onder de wet. Hij was een wetgeleerde. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn systeem/brein nogal ‘vleselijk’ had geprogrammeerd. Er draaide software op van het merk ego. Aangezien hij nogal fanatiek was en dus heel nauwgezet met de wet omging, kon hij van zichzelf zeggen dat hij het toch redelijk ver geschopt had. Hij was trots op zijn ego. Hierdoor had hij totaal geen zicht op Christus in hem. Christus was bedekt door zijn ego. Na zijn bekering waarbij Christus zich in Paulus had geopenbaard, begon hij in te zien dat alles wat hij tot dan toe op zijn harde schijf had opgeslagen waardeloze rommel was. Hij ontdekte dat de kennis van Christus dat allemaal ver overtrof. Paulus maakte een schifting in zijn denken, in zijn brein, tussen enerzijds alle wettische, religieuze rommel en anderzijds de kennis van Christus.

Maar waarom vergeleek Paulus die rommel nu met stront? Ik denk dat Paulus de volgende vergelijking heeft gemaakt. De vergelijking tussen ons brein en onze darmen. In de wetenschap ontdekken ze steeds meer dat er een duidelijk verband tussen deze twee bestaat. De darmen worden zelfs het ’tweede brein’ genoemd. Google hier maar eens op, je zult verbaasd staan. En wat doen onze darmen? Ze maken scheiding tussen voedingsstoffen die leven brengen, hetgeen opgenomen wordt in ons bloed, en alle afvalstoffen, de drek/poep. Het afval moeten we lozen, anders komt ons leven in gevaar. Op dezelfde manier maakt Paulus scheiding in zijn brein/denken tussen vleselijke rommel, hetgeen hij voor gekruisigd houdt, en de kennis van Christus (de Geest van God). De Geest van God brengt Leven. De vleselijke rommel brengt dood. Als wij ons vleselijke denken uitwerpen, door het voor dood te houden, en wij de voeding van Christus tot ons nemen, door Christus in ons te laten opstaan, dan zullen we Leven!

die ons bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.” (2 Korintiërs 3:6)

Categories:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *