Ik begin met een bekend voorbeeld.
Licht verdrijft de duisternis. Duisternis kan bestaan bij de gratie van afwezigheid van licht. Zodra je het licht aan doet, is de duisternis verdwenen. Je kan vervolgens niet zeggen dat je de duisternis weer aan doet, zodat het licht verdwijnt. Helder toch?
Zou het toeval zijn dat Jezus zichzelf – en later ook zijn leerlingen – het Licht der wereld noemt? Ik kom daar aan het eind van deze blog op terug!
Nog een redelijk bekend voorbeeld.
Liefde verdrijft alle angst. Angst ontstaat primair door afwijzing en veroordeling, hetgeen alleen door afwezigheid van Liefde kan bestaan. Zodra er Liefde is, zijn afwijzing en veroordeling niet meer aanwezig en heeft angst dus geen bestaansrecht meer. Omdraaien gaat niet. Je kan geen angst brengen, daar waar Liefde is. Angst veronderstelt immers afwijzing en veroordeling en dat staat nu eenmaal haaks op Liefde. God is Liefde en Liefde is God.
En wat te denken van het volgende rijtje:
– brood versus hongergevoel
– water versus droogte
– voorziening versus gebrek
– kennis van de weg versus de weg kwijt zijn
– kennis van de waarheid versus gebrek aan kennis
(mocht je er nog meer weten, noem ze gerust in een reactie!)
Ik zal de eerste nog even beschrijven, brood versus honger. Met de anderen kun je vervolgens hetzelfde doen. Als iemand een hongergevoel heeft, kun je hem te eten geven, waardoor het hongergevoel verdwijnt. Zolang het eten er is, heeft het hongergevoel (normaal gesproken) geen recht om van zich te laten horen. Andersom gaat dat niet op. Je kan met hongergevoel niet het aanwezige eten laten verdwijnen. Zodra er brood is, kan honger niet bestaan. Je kan geen gebrek aan iets laten ontstaan, als dat iets aanwezig is. Laat Jezus zichzelf nu het Brood des levens hebben genoemd. En wat te denken van de bron van Levend water, God voorziet, en “Ik ben de weg, de waarheid en …”?
Ik twijfelde even of ik “leven versus dood” aan het rijtje hierboven zou toevoegen, omdat de bovengenoemde logica niet opgaat voor het fysieke leven versus de fysieke dood. De dood kan het fysieke leven wel degelijk wegmaaien. Toch denk ik dat “leven versus dood” in het rijtje thuis hoort, alleen al omdat Jezus zei: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”, maar ook: “Ik ben de Opstanding en het Leven”. Als we in dezelfde lijn als hierboven willen doordenken, dan kunnen we het Leven niet als letterlijk (fysiek) opvatten. Geestelijk gezien hoort het Leven wel degelijk in het rijtje thuis. Daar waar Christus (het Leven) op het toneel verschijnt, zal zelfs de fysieke dood moeten wijken.
We gaan nog een stap verder …
De zogenoemde ’tegenpolen’ zijn op zichzelf genomen geen kwaad. Je kan niet zeggen: Duisternis is hét kwaad. Of angst is hét kwaad. En dat geldt voor alle tegenpolen die ik hierboven heb genoemd. Zoals gezegd, ze kunnen bestaan bij de gratie van afwezigheid van het ‘grotere’. Zodra dat ‘grotere’ aanwezig is, bestaat de tegenpool niet meer. Het is weg, het is foetsie. Niet meer te traceren. Je kan nog zo stellig beweren dat het als wezenlijk kwaad bestaat, maar bij aanwezigheid van het ‘grotere’ is het toch echt verdwenen.
En nu kom ik aan bij waar ik naar toe wil …
Ik zie een duidelijke overeenkomst met het bewustzijn. We zouden kunnen zeggen dat de hiervoor genoemde ’tegenstellingen’ allemaal kunnen bestaan dankzij de ’tegenstelling’ Bewustzijn versus bewustzijn (hoofdletter B / kleine letter b). D.m.v. de interactie tussen ons brein en onze zintuigen creëren wij een bewustzijnsveld waardoor we de dualistische wereld, met al haar tegenstellingen, kunnen waarnemen. Er bestaat echter een (hoger) Bewustzijn, waardoor – als we het ons bewust zijn – de wereld van het (lagere) bewustzijn met haar dualiteit als sneeuw voor de zon doet verdwijnen. Gezien het voorgaande ligt het voor de hand om bij het (hogere) Bewustzijn uit te gaan van een goddelijk Bewustzijn, hetgeen ik Christus of het Christusbewustzijn noem.
Als Jezus – die eerst zichzelf het Licht der wereld noemde, omdat hij dat Christus-Bewustzijn manifest liet zijn – later ook zijn leerlingen het Licht der wereld noemt, mogen we er vanuit gaan dat ook wij dat Christusbewustzijn manifest kunnen laten worden. Jezus zei tegen zijn leerlingen dat zij grotere dingen zouden doen, dan hijzelf. Wat Jezus deed was al ongehoord. Na zijn kruisising (hetgeen een dramatische gebeurtenis was) ‘verscheen’ Christus aan degenen die zijn woorden hadden bewaard in hun hart. Nee, het was niet Jezus die in een fysiek lichaam was teruggekomen. Dan had immers iedereen hem kunnen zien. Alleen degenen die de Weg, de Waarheid en het Leven van Jezus hadden gevolgd, geloofd en waren gegaan, konden hem door hun eigen Christusbewustzijn zien. Zoals ik al schreef, dit was al ongehoord, maar de leerlingen van Jezus zouden meer doen dan hij. Het aantal mensen dat zich Christusbewust werd, groeide in menigte. Ook aan mensen die Jezus niet persoonlijk hadden gekend, verscheen Christus (denk aan Paulus); ze werden zich Christusbewust. Die menigte breidde zich dusdanig uit dat – opnieuw na een zeer dramatische gebeurtenis – de ‘Zoon van God’ opnieuw verscheen ‘op de wolken’ (in 70AD). Het gaat hier om beeldspraak, waardoor we niet weten wat er destijds allemaal precies is gebeurd, maar ik geloof dat er sprake geweest moet zijn van een een ‘wederkomst van Christus’, een krachtige manifestatie van het Christusbewustzijn. De toenmalige wereld van Paulus keek er met reikhalzend verlangen naar uit. De duisternis was groot in die dagen, maar het Licht verdreef uiteindelijk de duisternis. En dat is blijkbaar met geen pen te beschrijven.
Als dit toen kon gebeuren, dan kan dit vandaag de dag nog steeds gebeuren. Hoe meer mensen het Christusbewustzijn in aanwezigheid brengen, hoe meer het bewustzijn van de dualistische wereld van goed en kwaad, die wij met elkaar gecreëerd hebben, als sneeuw voor de zon zal verdwijnen. Ook hier zal een periode van hevig verzet door het collectieve ego aan vooraf gaan. Het ego zal zich met hand en tand proberen te verzetten, maar zal uiteindelijk moeten opgeven. De illusie die wij vanuit ons (lagere) bewustzijn hebben gecreëerd blijkt dan niet meer te bestaan. Sterker nog … blijkt nooit bestaan te hebben. God (Christus) is dan ook in staat alle tranen van onze ogen te wissen, ook die uit het verleden! Het Koninkrijk van God blijkt uiteindelijk de enige ware realiteit te zijn. Alles zal teniet gedaan worden, wat blijft zijn Geloof, Hoop en Liefde. Christus is alles en in allen. Amen!