Degene die mij onderstaand bericht stuurde, vond het prima dat het op de website geplaatst werd, maar dan wel zonder vermelding van een naam.
De laatste tijd zette ik in de auto steeds vaker de muziek uit. Want ik hoorde niks meer. Ik wilde Gods stem verstaan. Ik dacht het soms te verstaan, maar het moest altijd van ver komen. Maar op den duur kreeg ik hele gesprekken met God in de auto en op een dag sprak ik het volgende uit: Is dit het nou, God? Is er niet meer dan dit? Hoe kan het dat christenen om mij heen steeds maar waarschuwen voor allerlei enge dingen en waarom kost het zoveel energie om overal rekening mee te moeten houden? Op zondag naar de kerk, want daar zou je als christen niet zonder kunnen… want je hebt je broers en zussen nodig, dat staat in de Bijbel. Maar ik trok dat nooit zo breed dat mijn collega’s, buren en ALLE mensen om mij heen broers en zussen zijn. Dat leekt toch te veel op de alverzoeningsleer. Ik had God, Jezus en de heilige Geest, maar ik voelde mijn geloof stagneren. Het leek wel of het leven eruit was. Al die mensen die elke zondag maar weer voor-zich-uit-starend op een rijtje zaten. De laatste keer keek ik vol vragen om mij heen. Ik zag de ene uitbundig, de ander huilend van schaamte en verdriet, weer een ander sliep en weer een ander staarde emotieloos voor zich uit. Dit kan toch niet de bedoeling zijn? Zit ik hier als ik 60 ben nog? Nee. Goddank, er is meer!
Ik heb het de afgelopen weken vaker gezegd. Ik had het gevonden en was ook wel blij, maar nu… met alles wat ik heb gezien en geleerd, vraag ik me steeds vaker af: Is dit het nou? Wil ik dit? Klopt dit? Moet ik zo verder?
En toen kwam ik jou (Peter) met je ideeën tegen en het boek van Richard Rohr. En later nog iemand waarmee ik in gesprek raakte. En elke keer weer was het: oh ja… oh ja… Eigenlijk wist ik het allemaal al van binnen, maar ik was het me nooit echt bewust. Ik zat teveel in mijn hoofd.
De afgelopen week vielen heel veel kwartjes op zijn plek en dat bracht nogal wat teweeg. In een week tijd ben ik meer van mijn man gaan houden, meer van mezelf, is een hoop ongeduld verdwenen en zie ik Christus overal. Ook in de man die met een sprint op me afkwam en liefdevol een paar stickers voor de Lidl spaarbeestjes aanbood.
Ik leef in het nu en hoef niet na te denken over wat goed of fout is, want in Christus is geen oordeel. Ik hoef dus ook niet te benoemen wat anderen fout doen of dat ze fout zijn. Dat is in principe wat je doet als je evangeliseert zoals mij was geleerd. “Ieder mens is zondig en slecht en oh wat heb je Jezus nodig” Ik vond het altijd al sullig als ik iemand moest laten beseffen hoe fout men is en wat men fout doet, want ik zeg liever wat ze goed doen. Een boom groeit alleen met de juiste voeding.
Al met al ben ik veel blijer dan voorheen en mijn emmer vol liefde stroomt over voor de wereld om mij heen.